- aanvallen
- {{aanvallen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉1 [een aanval doen op] attaquer♦voorbeelden:1 een fort aanvallen • attaquer un fortde vijand in de rug aanvallen • attaquer l'ennemi par derrière(op het eten) aanvallen • se jeter sur son repasII 〈overgankelijk werkwoord〉 〈figuurlijk〉1 [met woorden bestrijden] 〈iemand〉 attaquer; 〈iets〉 contester♦voorbeelden:1 een testament aanvallen • contester un testamenteen politicus op, over zijn uitspraken aanvallen • attaquer un homme politique sur la base de ses déclarations
Deens-Russisch woordenboek. 2015.